Hoe ziet jouw werkdag eruit?
“Mijn werk begint bij een melding van overlijden. Dat is het teken dat we een overledene moeten ophalen. Uit het ziekenhuis, een verpleeghuis of van huis. We gaan altijd met z’n tweeën, want soms moet je met een brancard vier trappen af. In ons werk is het omgaan met nabestaanden en verdriet het belang - rijkst. Je voelt al snel aan hoe je je moet opstellen. De ene keer beantwoord je alleen een paar vragen, de andere keer is er opluchting en kan het soms zelf gezellig zijn. We vragen aan de familie kleding mee en verzorgen de overledene. Wie dat wil, mag zelf zijn dierbare verzorgen. We wassen, scheren, zetten haren in de krul, en zorgen ervoor dat de overledene er netjes uitziet. We brengen de overledene meestal naar het uitvaartcentrum van De Laatste Eer in Delft, onze opbaarlocatie. Maar thuisopbaringen zijn ook mogelijk. Wij checken dagelijks hoe de overledene eruitziet, want er kan huidverkleuring optreden. Soms is het uiterlijk van de overledene reden om de kist te sluiten. Dat gaat in overleg met de familie. Als aandenken wil familie soms een plukje haar van hun dierbare en tegenwoordig ook vaak een vingerafdruk. Die wordt dan in een ring of hanger - tje bewaard. Op de dag van de uitvaart rijden we de overledene, al dan niet met volgauto’s van de familie of ingehuurde volgauto’s, naar een van onze begraafplaatsen of crematoria.”
Wat maakt jouw werk bijzonder?
“Ik maak graag mensen gelukkig door te zorgen dat het laatste beeld dat iemand van zijn dierbare heeft positief is. Als familie dan zegt: ‘wat ligt ze er mooi bij’, denk ik: ‘yes, daar doe ik het voor’. Het zijn vaak ook kleine dingen waarmee ik iets kan betekenen. Vragen of iemand wil meerijden in de rouwwagen om het laatste ritje samen te beleven. Ik ben altijd mezelf en dat vinden mensen fijn. Het breekt het ijs. Omdat je hen steunt in zo’n emotionele tijd ontstaat er al gauw een band. De familie vraagt geregeld of ik ook op de dag van de uitvaart wil komen.”
Hoe kwam je in dit werk terecht?
Ik heb altijd met allerlei soorten mensen gewerkt. Dat vind ik het leukst. Ik heb marktkramen opgezet, was een soort manusje-van-alles in een verpleeghuis en werkte als barkeeper in een café. Via de dragers - vereniging die mijn oom had opgericht, kwam ik als drager in aanraking met de uitvaartbranche. Ik voelde me er thuis. Toen De Laatste Eer een rouw - wagenchauffeur zocht, heb ik gesolliciteerd. Ik woon aan de overkant van het uitvaartcentrum, dat is heel praktisch. Ik doe het werk nu vele jaren en nog steeds met plezier.”
Wat maakt indruk op je?
“Laatst overleed een meisje van 9 jaar dat al vanaf haar 3de ziek was. Na jaren van zorg vielen de ouders in een enorm gat. Dat raakt me. Heftig zijn ook politiemeldingen, want dat zijn geen ‘gewone’ overlijdens. Denk aan iemand die zelf zijn leven heeft beëindigd. Dan tref je soms impactvolle situaties aan. Ik kan het gelukkig goed van me afzetten. Wel denk ik erover na: ‘wat heeft die man of vrouw bezield?’ Soms kan ik met mijn collega’s wel even lachen om wat we hebben meegemaakt. Dat haalt de spanning eraf. Meestal doe ik thuis mijn pak uit en dan ben ik klaar met mijn werk.”
Tekst Monique Linnemann Fotografie Studio Oostrum