phone icon-phone-24 arrow linkedin facebook twitter close mail print checkmark camera

'Het spaarpotje was leeg'

Esther Vieveen is uitvaartverzorger bij De Laatste Eer. In deze column vertelt ze wat ze meemaakt in haar werk.
Uitvaartverzorger Esther Vieveen

Soms weet je het al als je een straat inrijdt: hier is niet veel geld. Zo was het ook toen ik bij de 81-jarige Josefien op bezoek ging. Haar man Henk was net overleden en zij had ons gebeld. Henk en zij hadden gespaard voor hun uitvaarten. Helaas was het nu zover dat de uitvaart van Henk geregeld moest worden. 

Josefien stond er alleen voor; Henk en zij hadden nooit kinderen gehad en veel vrienden hadden ze niet of waren er niet meer. Ze had Henk, met wie ze al meer dan 60 jaar samen was, tot het laatst thuis willen houden, vertelde ze. Henk wilde dat ook. Dag in dag uit verzorgde ze hem, uit pure liefde. Petje af voor die hoogbejaarde dame. Maar de zorg werd haar te zwaar, het werd mensonterend. Ze moest haar lieve Henk uiteindelijk naar het verzorgingshuis brengen. Heel verdrietig. Daar overleed hij na zes weken op 82-jarige leeftijd. 

Veel was het gespaarde geld voor hun uitvaarten niet. Maar Josefien wilde dat Henk een mooie begrafenis kreeg. Dat er dan voor haar uitvaart niet veel meer over was, maakte haar niet zoveel uit. Als het voor Henk maar in orde kwam. Henk kreeg een eenvoudige, maar complete uitvaart, met een kopje koffie en een roomboterkoekje na afloop. Meer zat er niet in, maar dit was prima. 

Het verhaal raakte me. De liefde van je leven verliezen en dan zo karig en alleen achterblijven. Ik dacht na over de uitvaart van Josefien, ooit. Hoe moest dat dan? Ik wilde niet bemoeierig worden - het is altijd even aftasten wat wel en niet gepast is - maar we hadden zo'n fijn contact gehad dat ik Josefien wilde laten weten dat ze voor een relatief klein bedrag een respectvolle crematie kan hebben. Daarin zijn alle formaliteiten geregeld, maar ook de verzorging en het kleden van de overledene, een nette kist en vervoer. Maar dan kon ik haar nu niet meer belasten. 

Toch wilde ik de boodschap graag overbrengen. Daarom bracht ik het onderwerp ter sprake bij de mensen die Josefien bijstonden toen we over de uitvaart spraken. Vrienden van vroeger. Zij ontvingen het heel goed en beloofden het op enig moment bij Josefien in de week te leggen, zodat ze er rustig over kon nadenken. Toen kon ik het met een gerust hart loslaten.